Verslag 21
GRENSVERLEGGEND: week 17: (van 23 juni tot 30 juni)


Goddag,
Ik neem afscheid van de fietsfanaten uit Booischot - mijn reisgezellen op mijn rit Dombas-Oslo - en breng het restant van mijn eerste nacht in Oslo door in een van de vele bushokjes. Een onverstandige keuze op zaterdagnacht, blijkt even later, als een verdwaalde dronkaard op zoek naar wat aandacht dit minituinhuisje binnenstrompelt.
Gelukkig gaat even later de camping open. Gelegen op de Ekeberg heuvel biedt hij een prachtig zicht op de Noorse hoofdstad. Met ongeveer 16 euro per nacht is dit hopelijk wel de duurste overnachting van mijn Europatour. De manager heeft begrip voor mijn "beursproblemen" en trakteert me op een nachtje gratis.

Oslo ontwaakt onder een stralende zon en samen met Anni, mijn Iers-Duitse reisgenote verken ik deze wereldstad op mensenmaat. Het is de oudste van de Scandinavische hoofdsteden en werd tot 1925 nog Kristiania genoemd.

‘s Avonds is het zicht adembenemend. Zover je kan zien kijk je uit over de Oslofjord, een feest van blauw en groen, van dobberende witte zeilboten, luxe cruiseschepen en speedboten. Alleen jammer dat alles hier zo duur is en dat het straatbeeld verstoord wordt door de vele drugverslaafden.
‘s Anderdaags moet ik afscheid nemen van Anni en dat is voor mij blijkbaar moeilijker dan verwacht! Wat hebben wij plezier gehad samen!
Het leven van een Europafietser kan soms hard zijn en aangezien ik belange nog niet aan het einde van mij "toerke" ben zit ik eventjes later terug op mijn "veloke" op weg naar de volgende Scandinavische hoofdstad: Stockholm.

Als ik nog maar net Oslo verlaat gaan de hemelsluizen open en iemand vergeet ze blijkbaar terug dicht te draaien! Daarom besluit ik gewoon door te fietsen tot in Zweden en daar ergens een plekje te zoeken voor de nacht.
De volgende morgen ontwaak ik, jawel terug in een bushokje, en de zon schijnt gelukkig weer volop. Stockholm ligt op ‘amper 431 km’ hier vandaan, denk ik bij mezelf, tja dat doe ik dan gewoon in één keer.
Zo begin ik eventjes later aan de zoveelste uitdaging: de nacht valt, de Zweden zoeken hun vertrouwde bedje op maar ik niet, ik fiets gewoon verder oostwaarts door de nachtelijke provincie Varmland. Landbouwgronden, bossen en mooie meren wisselen elkaar af.
De nodige pauzes incluis kom ik 30 uur later in de Zweedse hoofdstad aan.

Het vriendelijke, moderne Stockholm is gebouwd op 14 eilandjes die de Oostzee scheiden van het Malarmeer. Deze dynamische stad, omgeven door veel groen, helder water en een ongerept landschap, staat garant voor cultuur, natuur en amusement tegelijkertijd.
De blikvanger vanaf het water is ongetwijfeld het soms vergruisde en vaak geprezen ‘Stadshuset’ gebouwd in het begin van de 20ste eeuw. Dit symbool van Stockholm kent zowel Scandinavische als Italiaanse invloeden, en is vooral bekend om zijn Blauwe Zaal waar jaarlijks op 10 december na de uitreiking van de Nobelprijs een banket plaats vindt in aanwezigheid van de Zweedse koninklijke familie. Tot december is mijn metropasje helaas niet geldig - jammer voor de Zweedse kroonprinses! - maar het biedt me wel 3 dagen onbegrensd reisplezier op de ‘tunnelbana’.

Eind juni schijnt de zon hier bijna de klok rond en ontstaat er een bruisend buitenleven. Dat ondervind ik aan den lijve als ik even later midden in één van de vele straatfeestjes beland. De plaatselijke voetbalgekke Turken en Brazilianen hebben dezer dagen wel elk hun redenen om te vieren! Ook in Zweden is voetbal een feest!
Tot in Finland!

 

 

 

 

©2002 iWEB