Verslag 24

HET HART VAN EUROPA: week 20 van 12 juli tot 20juli


Hallo,

Het Suwalki merengebied - dé trekpleister voor watersporters - wordt mijn eerste kennismaking met Polen. Met een strakke wind, deze keer schuin in de rug, komt er dagelijks zo een 150 à 200 km bij op mijn tellertje, met andere woorden er wordt flink wat afgefietst.
Niet geklaagd want ik heb het natuurlijk op voorhand geweten: vrij als een vogeltje door de ongerepte natuur op de trappers gaan staan, da’s nu eenmaal mijn "vakantiejob" dit jaar.

Uitgestrekte weidelandschappen en meren wisselen elkaar af in de provincie Pomeren. In het rustigeTorun aan de schilderachtige oevers van de Wisla stond de wieg van één van de bekendste Polen: Nicolaus Copernicus. Dank zij hem weten we dat onze aardbol rond de zon draait.
Een laagland met kastelen en hier en daar een landgoed verspreid over verschillende dorpen brengt mij naar "Groot Polen".
"Wielkopolska" zo noemt de bakermat van de Poolse Staat met Gniezno en Poznan als belangrijkste steden.
De Oude Markt van Poznan bruist en zijn inwoners, bekend om hun ijver en plichtsgetrouwheid, genieten van het zonnetje. Op de overvolle terrassen bekijken toeristen de kunstwerkjes die ze op de kop hebben kunnen tikken bij de talrijke kunstenaars op het marktplein. Apetrots zijn de inwoners op hun renaissanceraadhuis, en dat mag wel ook want het is een echt pronkstuk. Dé toeristische attractie is de klokkentoren waaruit elke dag om 12 uur twee geiten te voorschijn komen en elkaar 12 keer op de horens nemen.

Het vrome Polen roept bij mij nu niet meteen het beeld van de Spaanse costas op maar, voor een halve Viking zoals ik na mijn talloze omzwervingen in Noord-Europa, ligt Polen wel héél zuidelijk. Ik word in mijn gevoel gesterkt door de alsmaar feller schijnende zon, de Poolse macho’s met gebruinde borstkast – jawel, ze bestaan! - en de roekeloze chauffeurs. Geef toe, Italië moet er niet voor onderdoen. Wie er anders over denkt moet maar eens rond kijken naar de affiches van onze paus die overal het straatbeeld sieren of wegdromen met de zuiderse klanken van Radio Vaticaan.

Glooiende heuvels, bossen met metersdikke stammen, meren en uitgestrekte velden vol wiegende korenhalmen: ik fiets door het laaggebergte van Silezië en kom in de provinciehoofdstad Wroclaw aan.
Net zoals Poznan werd ook Wroclaw in de as gelegd, maar de vele restauratiewerken hebben ook hier een prachtig stadscentrum opgeleverd.

Via het uitzonderlijk mooie Klodzko-dal gaat mijn weg richting Bohemen in Tsjechië. Ik heb de laatste 11 dagen meer dan 1500 km bijeengefietst in soms meer dan 30 graden, dus ben ik aan broodnodige rust toe. Een goede ideetje is dan ook een bezoek aan de Tsjechische hoofdstad, "de stad met de honderd torens": Praag.

Over deze "gouden" stad zijn hele boeken geschreven dus Praag in een paar zinnen beschrijven is dan ook een onmogelijke taak.
Het prachtige weer vergroot de sprookjesachtige sfeer als ik over de belangrijkste brug van Praag kuier. De Karelsbrug, versierd met talrijke beelden, overspant al eeuwen de Moldau. De grappigste anekdote komt wel uit de geschiedenis van deze beroemde brug. Volgens de overlevering ging dat zo: toen men besliste een steviger versie te bouwen in de plaats van het smalle houten bruggetje een klein stukje verder stroomafwaarts, stak men de koppen bij elkaar. Deze brug moest stevig zijn, vonden de trotse bouwheren en ze beslisten dan ook om niets minder dan honinglikeur en eieren aan de mortel toe te voegen om die zo beresterk te maken. De kippen van Praag konden het karwij natuurlijk in hun eentje niet geklaard krijgen dus moesten de Boheemse en Moravische steden ook hun steentje, zeg maar "eitje" bijdragen. Maar daar kwamen misverstanden van. Sommige steden dachten dat de Pragenaren honger leden en stuurden ook kaas en kwark en één stadje wou dat de eitjes dan ook heelhuids op de ontbijttafel aankwamen. Om te beletten dat ze allemaal braken bij het transport werden de eitjes allemaal ……… gekookt!
En sterk dat die brug is!


 

©2002 iWEB