Yasu,
Alvorens ik deze Griekse begroeting zal kunnen gebruiken moet
ik nog een dagje doorfietsen in Bulgarije. Vandaag gaat de
tocht door het bekende Bulgaarse skiparadijs Bansko. Het stadje
is een echt spinnenweb van kasseistenen straatjes. Nu het
nog volop zomer is moet de streek het voornamelijk hebben
van de klim en trekking mogelijkheden in het Prin Nationaal
Park.
Eenmaal over de grens met Griekenland ben ik na lange tijd
terug in één van de 12 eurolanden. Alhoewel
er de eerste kilometers weinig of geen verschil op te merken
valt met Bulgarije krijg ik toch een onbestemd EU-thuis
gevoel.
Net zoals de Bulgaren hanteren ook de Grieken een ander alfabet.
Nu ik het Cyrillisch schrift net wat onder de knie begin te
krijgen wordt mij deze week het Grieks voorgeschoteld. Dit
alles maakt ook communiceren met de bevolking er niet makkelijker
op. Nu alleen nog maar hopen dat de mensen hier niet ja
knikken als ze neen bedoelen.
Het is 4 uur als ik het centrum van Fidocastro binnenfiets,
het moment dat de siësta voorbij is en de winkeliers
hun winkels weer openen. Net op tijd voor de dagelijkse inkopen.
Een geldautomaat met plaatselijke munt zoeken is niet nodig
want ik nog net genoeg "oude" overgebleven Oostenrijkse
euromuntjes over. Handig toch, die euro!
Als de avond valt en er volgens mijn kaart in de wijde omgeving
geen camping blijkt te zijn moet er weer eens worden gezocht
naar een alternatief voor de nacht. Mijn oog valt op een mooi
stukje bouwgrond, dat nog nageniet van de ondergaande zon.
Over enkele maanden zal hier wellicht een rijke Griek zijn
nederige villa laten bouwen, maar voor vanavond is dit plekje
voor mij. Ik sla er mijn tentje op en geniet van een heerlijke
nachtrust.
Mijn gepland bezoek aan Thessaloniki, de 2de grote stad na
Athene, wordt mede door het goede weer afgelast. Snel doorfietsen
en vanmiddag zonnen op één van de mooie Egeïsche
stranden, dat zijn mijn plannen voor vandaag. Ik wed dat niemand
mij ongelijk zou geven.
Ik trek een denkbeeldige lijn van oost naar west en reis zo
van de Egeïsche Zee naar de Adriatische Zee dwars door
het Pindos gebergte.
Mij eerst etappe brengt mij naar Kalabaka, een stadje gelegen
aan de voet van een toch wel zeer merkwaardige rotsformatie.
Ten noorden daarvan ligt Meteora, een uitzonderlijke bestemming.
Op de top van de 24 onherbergzame rotsblokken zijn kloosters
neergeplant, maar 5 daarvan zijn alleen nu nog bewoond. Hoe
men destijds de kloosters bouwde blijft nog steeds een raadsel.
Vooraleer ik verder afdaal naar de kust rest mij nog de beklimming
van de Katara Pas die met zijn 1690 m hoogte ongetwijfeld
één van de hoogste bergpassen op Griekse bodem
is.
Na een ongelooflijke en kilometers lange klim, recht op de
trappers, kom ik glimlachend en hijgend tegelijk boven aan
Hier wacht me niet alleen een hemels panorama, maar ook een
superlange afdaling!
Ik kom tot stilstand in de havenstad Igoumenitsa, gelegen
rechtover het eiland Corfu. Vlug ga ik op zoek naar een camping
want morgenvroeg meer ik af voor een boottocht van een etmaal
lang, naar het Italiaanse Venetië. De oorspronkelijke
plannen om Sicilië, Sardinië en Corsica te bezoeken
heb ik opgeborgen. Al die overzetboten nemen een serieuze
hap uit mijn budget en daarenboven is het er natuurlijk erg
warm. De hitte belet me om goed te slapen s nachts en
een slechte nachtrust kan ik missen als kiespijn! Maar niet
getreurd ik heb de reisroute aan mijn ritme aangepast: het
is te zeggen, in plaats van te luieren op de stranden zal
ik zwoegen in de Alpen, want vanaf Venetië wacht mij
een uitdaging in de uitdaging. Als klap op de
vuurpijl voor mijn Europatocht wil ik de "Transalp"
fietsen. Dit komt er op neer dat ik een 50-tal Alpencols wil
overbruggen met als beginpunt het Italiaanse Venetië
en met eindpunt het Franse Nice. Onderweg wil ik natuurlijk
nog van de Zwitserse Alpen een colletje meepikken.
Maar eerst wordt er voor de laatste keer diep in de portemonnee
getast voor het laatste bootticket! Tot later!
|