IN HET WIEL VAN DE TOUR:
Week 30 (van 26 september tot 2 oktober) |
Bonjour,
Na een welverdiende rustdag wordt m’n Koga weer van
stal gehaald. De zon schijnt en de bergtoppen zijn bedekt
met een laagje ‘Neuschnee’. Als opwarming voor
de Col de la Madeleine fiets ik in dalende lijn naar Aiglebaque
vanwaar de klim aanvangt. In de sporen van de bekende ronderenners
geniet ik voluit van deze prachtige klim. Halfweg de klim
stop ik eventjes voor het middageten en maak kennis met een
Duitse fietscollega die net als ik, voor deze week, Nice als
einddoel heeft. Eenmaal boven nemen we na de traditionele
fotosessie afscheid van elkaar. Gelukkig maar want tijdens
een afdaling als deze heb ik gewoon zin eens alles uit mijn
Koga te halen.
|
|
|
In Saint-Jean de Maurrienne sla ik twee dagen lang m’n
tentje als uitvalsbasis voor de beklimming van enkele grote
bergpassen. Gelegen temidden cols met namen als de Col du
Galibier, Col du Glandon en natuurlijk Alpe d’Huez
lijkt mij de naam van mijn verblijfplaats ‘Camping
Municipal des Grands Cols’ geen onterechte keuze. Na
een zalig warme douche en een overheerlijke spaghetti ga
ik vroeg naar bed, want morgen staat er heel wat op het programma.
|
|
|
Als ontbijt krijg ik vandaag de beklimming van de Col du
Glandon te voorgeschoteld. Een hele klus, zeker met nog nuchtere
benen, of hoe zegt men dat ook weer in wielrennerstermen?
Gelukkig zitten vandaag de benen goed, want na de afdaling
naar Bourg Saint Maurice wacht het middageten: de alom bekende
klim van de Alpe d’Huez. Geserveerd in alle rust en
onder een stralende zon, is dit een ervaring waar je in juli
en augustus enkel van dromen kan. Als ik in m’n reisgidsje ‘fietsen
in de Franse Alpen’ lees dat wie voor deze klim onder
het uur duikt zich tot klimmer mag beschouwen start ik meteen
mijn chronometer. Weeral eens wordt het een ongelijke strijd
want met een gewicht van 24 kilo weegt m’n Koga nog
ruim 15 kilo meer dan de racefiets van de concurrenten.
|
|
|
De weg kronkelt zich een baan naar boven, maar wat mij
opvalt is dat het in elk van de 21 haarspeldbochten zo goed
als vlak is. Af en toe ga ik uit het zadel recht op de trappers
staan om zo het tempo hoog te houden. Na ongeveer 40 minuten
klimmen zie ik voor het eerst de opeenstapeling van appartementcomplexen
en hotels boven op de top. Een goede motivatie blijkbaar
want al snel schakel ik een tandje hoger en zet de eindsprint
in. Met een tijd van 1 uur en 40 seconden vraag ik me nog
steeds af of ik nu tot die categorie berggeiten behoor of
niet.
Eindigen doe ik met de 2057 m hoge Col de la Croix de Fer.
Het is al laat dus probeer ik deze col zo snel mogelijk te
verteren. Het is donker als ik boven kom en dat komt blijkbaar
slecht uit als blijkt dat m’n voorlicht het voor bekeken
houdt. Gelukkig komt er net een Frans koppel aangereden die
me gerust willen voorgaan in de afdaling. En dan is het gewoon
een kwestie van hun twee rode achterlichtjes te volgen, wat
nog goed blijkt te lukken ook. Ziezo, weer veilig thuis vandaag!
|
|
|
Ook de volgende dagen staan er heel wat bekende cols uit
de Tour de France op men programma. Zo moet ik de 's anderdaags
met men hele huishouden de allom bekende Col du Galibier
naar boven, die met zen 2646 m hoogte ook wel eens het 'dak
van de Tour' genoemd wordt. De nog resterende puntjes in
men bergklassement verdien ik met de beklimmingen van o.a.
de Col d' Izoard, de Col d'Allos, de Col de la Cayolle en
de onverharde Col du Parpaillon.
Met zen 2802 is de col de la Bonette ongetwijfeld de hoogste
col in Alpen. Na bijna 70000 m klimmen komt er stilaan een
einde aan men 50 cols tellende 'Transalp'. Nu maar hopen
dat ik na deze, bij men aankomst in Nice, de bolletjes trui
mag aantrekken.
Saluut
|
|
|