Verslag 34
IN HET WIEL VAN DE TOUR: Week 30 (van 26 september tot 2 oktober)

Bonjour,
Na een welverdiende rustdag wordt m’n Koga weer van stal gehaald. De zon schijnt en de bergtoppen zijn bedekt met een laagje ‘Neuschnee’. Als opwarming voor de Col de la Madeleine fiets ik in dalende lijn naar Aiglebaque vanwaar de klim aanvangt. In de sporen van de bekende ronderenners geniet ik voluit van deze prachtige klim. Halfweg de klim stop ik eventjes voor het middageten en maak kennis met een Duitse fietscollega die net als ik, voor deze week, Nice als einddoel heeft. Eenmaal boven nemen we na de traditionele fotosessie afscheid van elkaar. Gelukkig maar want tijdens een afdaling als deze heb ik gewoon zin eens alles uit mijn Koga te halen.

In Saint-Jean de Maurrienne sla ik twee dagen lang m’n tentje als uitvalsbasis voor de beklimming van enkele grote bergpassen. Gelegen temidden cols met namen als de Col du Galibier, Col du Glandon en natuurlijk Alpe d’Huez lijkt mij de naam van mijn verblijfplaats ‘Camping Municipal des Grands Cols’ geen onterechte keuze. Na een zalig warme douche en een overheerlijke spaghetti ga ik vroeg naar bed, want morgen staat er heel wat op het programma.

Als ontbijt krijg ik vandaag de beklimming van de Col du Glandon te voorgeschoteld. Een hele klus, zeker met nog nuchtere benen, of hoe zegt men dat ook weer in wielrennerstermen? Gelukkig zitten vandaag de benen goed, want na de afdaling naar Bourg Saint Maurice wacht het middageten: de alom bekende klim van de Alpe d’Huez. Geserveerd in alle rust en onder een stralende zon, is dit een ervaring waar je in juli en augustus enkel van dromen kan. Als ik in m’n reisgidsje ‘fietsen in de Franse Alpen’ lees dat wie voor deze klim onder het uur duikt zich tot klimmer mag beschouwen start ik meteen mijn chronometer. Weeral eens wordt het een ongelijke strijd want met een gewicht van 24 kilo weegt m’n Koga nog ruim 15 kilo meer dan de racefiets van de concurrenten.

De weg kronkelt zich een baan naar boven, maar wat mij opvalt is dat het in elk van de 21 haarspeldbochten zo goed als vlak is. Af en toe ga ik uit het zadel recht op de trappers staan om zo het tempo hoog te houden. Na ongeveer 40 minuten klimmen zie ik voor het eerst de opeenstapeling van appartementcomplexen en hotels boven op de top. Een goede motivatie blijkbaar want al snel schakel ik een tandje hoger en zet de eindsprint in. Met een tijd van 1 uur en 40 seconden vraag ik me nog steeds af of ik nu tot die categorie berggeiten behoor of niet.

Eindigen doe ik met de 2057 m hoge Col de la Croix de Fer. Het is al laat dus probeer ik deze col zo snel mogelijk te verteren. Het is donker als ik boven kom en dat komt blijkbaar slecht uit als blijkt dat m’n voorlicht het voor bekeken houdt. Gelukkig komt er net een Frans koppel aangereden die me gerust willen voorgaan in de afdaling. En dan is het gewoon een kwestie van hun twee rode achterlichtjes te volgen, wat nog goed blijkt te lukken ook. Ziezo, weer veilig thuis vandaag!

Ook de volgende dagen staan er heel wat bekende cols uit de Tour de France op men programma. Zo moet ik de 's anderdaags met men hele huishouden de allom bekende Col du Galibier naar boven, die met zen 2646 m hoogte ook wel eens het 'dak van de Tour' genoemd wordt. De nog resterende puntjes in men bergklassement verdien ik met de beklimmingen van o.a. de Col d' Izoard, de Col d'Allos, de Col de la Cayolle en de onverharde Col du Parpaillon.

Met zen 2802 is de col de la Bonette ongetwijfeld de hoogste col in Alpen. Na bijna 70000 m klimmen komt er stilaan een einde aan men 50 cols tellende 'Transalp'. Nu maar hopen dat ik na deze, bij men aankomst in Nice, de bolletjes trui mag aantrekken.

Saluut

 

©2002 iWEB